zaterdag 14 februari 2015

Rootstech en FGS: vrijdag Genealogy Road Show


Keynote speakers vandaag waren Laura Bush, echtgenote van president George Bush junior, en haar dochter Jenna Hagen. De achtduizend stoelen waren allemaal bezet. Laura hield een mooie redevoering over wat familie voor haar betekent, persoonlijk en met humor. Daarna volgde een 'fire side chat' met haar dochter. 'Familie gaat voor alles' was het centrale thema.

De rest van de dag bracht ik in en om de Genealogy Road Show door, de genealogische markt met 170 stands.

FamilySearch
Organisator FamilySearch neemt een groot aantal vierkante meters voor zijn rekening. Ze hebben dan ook veel te vertellen, te laten zien. Ik probeerde twee nieuwe telefoon apps uit, FamilySearch Tree en FamilySearch Memories. Beide zijn gekoppeld aan het online stamboomprogramma van FamilySearch.
Vervolgens probeerde ik het nieuwe indexeerprogramma uit dat eind van dit jaar beschikbaar komt. Je hoeft het programma niet meer te downloaden. Het is volledig webbased. FamilySearch heeft het indexeren van geboorteregisters van Leiden en Amsterdam op de rol staan. Ik probeerde een akte van Leiden uit, de akte van een kind van Vincent Fakkel. De invoer verliep soepel. Zoals te verwachten was ontbreekt een veld voor het voorvoegsel van een familienaam. Dat moet in het achternaamveld ingevoerd worden.

FamilySearch werkt met een enorm aantal vrijwilligers, wereldwijd 312.000. Ze indiceerden in 2014 160 miljoen akten. Daarnaast worden in rap tempo de miljoenen films gedigitaliseerd en staan in 50 landen 300 camera's te scannen. Het is de verwachting dat het nog vier jaar zal duren voor alle microfilms gescand zijn.

Andere nieuwe ontwikkelingen die werden gepresenteerd waren 'Record Hints'  en 'Family Attach' . Net als andere grote aanbieders van online stamboomprogramma's heeft Family Tree van FamilySearch nu ook de mogelijkheid om suggesties te geven voor bronnen die bij een bepaalde persoon in een stamboom zouden kunnen horen. Het is aan de gebruiker om te bepalen of er inderdaad een match is. Hij kan vervolgens via 'Attach' ook andere personen in de akte (bijvoorbeeld de ouders in een geboorteakte) toevoegen aan een stamboom. Ook hierbij is voorzichtigheid geboden.      

Museum of Me
In de expohal stonden ook verschillende elementen van het Museum of Me opgesteld, het Family History Discovery Center waarover ik gisteren berichtte.
De meeste activiteiten moeten gecombineerd worden met een stamboom op de FamilySearch website, met personen in die stamboom. Op basis van je stamboom in FamilySearch krijg je een beeld van de spreiding van je voornaam en familienaam (in de VS) en het migratiepatroon vn je voorouders. Daaarnaast waren er cabines waarin je een familielid kon bellen om een verhaal op te nemen, of een videointerview met jezelf af te nemen. Er was de mogelijkheid een digitale selfie in historisch kostuum te maken, met je hoofd in een oude foto gemonteerd. Met  de verschillende onderdelen werd ruim geexperimenteerd door de bezoekers. Alleen bij de cabines was het wat rustig.

Enkele highlights van de Genealogy Road Show  
Veel stands hadden iets met software, computers, of andere hardware (bijvoorbeeld handscanners) of databases te maken. 'Papier' is van ondergeschikt belang geworden: er waren enkele producenten van familieboeken, enkele uitgevers van educatieve boeken, maar opvallend genoeg geen genealogische tijdschriften. Een enkele vereniging had een stand, waaronder die van de New England Historic Genealogical Society het meest in het oog sprong. Die vereniging timmert goed aan de weg, zowel met zijn uitgaven als met de website American Ancestors.
    
Enkele opvallende exposanten:

Mindmaps for Genealogy (www.RonArons.com) software die het principe van mindmapping toepast om genealogische informatie te rangschikken en analyseren. Een van de voorbeelden van software ter ondersteuning van genealogisch onderzoek.

Elijahtree (www.elijahtree.org). Een van de voorbeelden van stands me ' handcraft'  gerelateerd aan genealogisch onderzoek. Prachtig gecalligrafeerde stambomen, waarbij de geschreven namen de lijnen van de contouren van de boom vormen.

Family.Me, een van de nieuwe online stamboomprogramma's (www.family.me). Ontwikkelaar Harrison Tang werkte twee jaar aan het programma. Het is een sociaal netwerk programma voor de familie, een soort Facebook voor de genealogie (met een  koppeling naar sociale media, waaronder Facebook).

History lines (www.historylines.com). Verhalen vertellen en vastleggen komt regelmatig terug in de producten op de beurs. Dit is het programma van een van de semifinalisten van de wedstrijd voor ontwikkelaars. Nadat je de levensfeiten van een voorouder hebt ingevoerd krijg je informatie over historische feiten die tijdens zijn/haar leven optraden, een stukje historische context, die je kunt gebruiken om een levensverhaal te schrijven. In de betaversie zijn het nog wereldfeiten en landelijke gebeurtenissen (in de VS). Als het programma aanslaat willen de ontwikkelaars de achergrondinformatie verder uitbouwen, ot op het lokale niveau.  

Morgenochtend ga ik nog naar de laatste keynote, volg nog een enkele lezing, neem afscheid van de bekenden en ga dan weer op weg naar huis, met een tas vol informatie en een hoofd vol indrukken. Een week die veel inspiratie heeft opgeleverd.


vrijdag 13 februari 2015

Rootstech en FGS: donderdag opening Rootstech


Duizenden stoeltjes stonden vanmorgen klaar voor de opening van Rootstech. Om half negen was elke plaats bezet en ging het los. Als gebruikelijk was de hal weer voorzien van grote schermen, het podium perfect uitgelicht, er was een enthousiaste speaker, kortom een mooie show, gecombineerd met veel inhoud, goede keynote speakers.

Partnerships laten duizend bloemen bloeien
Dennis Brimhall, managing director van Familysearch, kondigde nieuwe recordcijfers aan: 22.000 geregegistreerde deelnemers en 170 stands in de Genealogy Road Show. Hij bedankte de partners waarmee Familysearch samenwerkt om bronnen online beschikbaar te krijgen, door scannen en indexeren. Met Ancestry doen ze bijvoorbeeld een Mexico project. Met het groeiende aantal Mexicanen in 'diaspora' neemt ook de belangstelling voor Mexicaanse roots en bronnen toe. De Mormonen microfilmden in de jaren vijftig van de vorige eeuw 80 miljoen akten van de burgerlijke stand van Mexico. Ze komen dit jaar online. Familysearch deed het scanwerk, Ancestry het indexeren.

Partnerschap is een sleutelwoord bij de verdere groei van online beschikbare bronnen. Familysearch en de commerciële partijen werken hierbij in verschillende combinaties samen, ook met de instellingen waar de originele bronnen liggen. Ook in Nederland krijgen we hiermee te maken. Zo is het Erfgoed Leiden in gesprek met Familysearch en een van de commerciële wereldspelers om het negentiende-eeuwse notariële archief online te brengen. Andere Nederlandse archieven zijn geïnteresseerd in het samenwerkingsmodel en zullen volgen. Het is te verwachten dat ook andere commerciële spelers de Nederlandse genealogische markt zullen betreden. Zo krijgen archieven de gelegenheid materiaal online te brengen waar ze zelf niet de middelen voor hebben. De bronnen zullen naar verwachting niet direct bij de archiefdiensten online beschikbaar komen, de commerciële partners moeten hun investering er eerst uithalen. Maar op termijn kan de genealoog de bronnen op de website van het betreffende archief terug vinden. Een mooie win-win situatie.

Family Discovery Center
Brimhall vertelde ook over het nieuwe concept van het Family Discovery Center. Het eerste werd gisteren geopend in de Joseph Smith Memorial Building. Met een iPad in de hand loop je door dit 'Museum of Me' en kan je verschillende activiteiten doen die jouw persoonlijke geschiedenis visualiseren, zoals een video opname met een aantal standaardvragen, historische informatie gecombineerd met je tijdlijn bekijken, een wereldkaart gecombineerd met je kwartierstaat (die dan wel in het stamboomprogramma van Familysearch moet zitten), een selfie maken die geprojecteerd wordt in de klederdracht van het land van herkomst enzovoort. Het concept wordt nu verder uitgerold. Er bestaan concrete plannen voor Philadelphia, Seattle en Londen.

Tan Le
Elke keynote speaker had wel een persoonlijke noot, een stukje van de eigen familiegeschiedenis in zijn presentatie. Onderneemster Tan Le, CEO van Emotiv (apparaten om hersenactiviteit te meten) vertelde het indringende verhaal van haar vlucht per boot uit Vietnam, met haar oma, moeder en zus. Vader bleef achter en zat tien jaar in de Vietnamese gevangenis. De drie generaties vrouwen moesten onder moeilijke omstandigheden hun leven oppakken in een vluchtelingenkamp in Australië. Het weten waar zij vandaan komt en wat anderen voor haar opgeofferd hebben is een enorme drive om succesvol te zijn.

Genealogy Road Show
Na de openingssessie maakte ik een eerste rondje over de Genealogy Road Show en kwam daar een aantal Europese bekenden tegen. Het Belgische Histoires de Familles heeft er een stand (onderzoek in Benelux) net als het Duitse Pro-Heraldika met zijn Amerikaanse dochteronderneming. Het Franse Geneanet is ook vertegenwoordigd (volgend jaar misschien met een stand) en vanuit Nederland waren er Cor de Graaf en Walter Hasselo van Erfgoed Leiden. Cor en Walter hadden een primeur, als eerste Nederlanders met een presentatie op Rootstech: 'Genealogists 3.0: Adding Emotion to Your Research', over de grotere variatie aan bronnen die online komt en die je kunt combineren met je familiegeschiedenis (naast papieren bronnen bijvoorbeeld ook archeologische en museumobjecten).

Een interessante nieuwkomer waar ik mee in gesprek raakte is RootsBid. Dit bedrijf biedt een online markt waar je genealogisch onderzoek koopt. Je formuleert je onderzoeksvraag, zet hem online en onderzoekers kunnen er op bieden. Als je een bepaald bod accepteert betaalt de bieder tien procent van het bedrag voor de bemiddeling aan  RootsBid (RootsBid.com). Ben benieuwd of dit concept gaat werken.

Morgen een volgende ronde over de genealogische markt.


donderdag 12 februari 2015

Rootstech en FGS: woensdag, opening FGS en Innovator Summit


Vandaag was de openingsdag van het congres van de Federation of Genealogical Societies en de eerste en belangrijkste dag van de Innovator Summit.

DeJong's Tours
De ochtend begon met een leuke ontmoeting in mijn hotel. Je komt Nederlanders en hun afstammelingen over de hele wereld tegen. Dat werd vanmorgen maar weer eens bevestigd toen ik mijn hotelkamer uitstapte. De gang stond vol met koffers met het label 'DeJong's Tours'. Een Nederlands reisbureau? In de ontbijtruimte zat een grote groep ouderen, allemaal met een badge met dezelfde naam erop. Ik schoof met het dienblad met mijn ontbijt aan tafel bij een van de groepjes en raakte al snel in gesprek met de reisleider: Jay DeJong. Hij vertrok in 1974 uit de omgeving van Franeker naar Canada, had daar een imkerij die hij inmiddels overdeed aan zijn zoon en organiseert nu busreizen met zijn eigen bus. Hij werd geboren als 'Tjerk', een naam die hij in Canada snel inwisselde voor Jay omdat hij voor Canadezen niet uit te spreken was tot verkeerde associaties leidde. Met zijn reisgroep was hij onderweg naar Texas.

Federation of Genealogical Societies (FGS)
De dag begon met de openingssessie van de FGS, bezocht door zo'n vijfhonderd deelnemers, de meesten afgevaardigden van de leden. De FGS is een vereniging van vooral verenigingen, maar ook archieven en bibliotheken zijn lid, en telt ruim zeshonderd leden. Belangrijkste onderdeel van de opening waren de 'awards', voor verenigingen en personen die zich onderscheiden, die zich verdienstelijk gemaakt hebben. Het is een manier om verenigingen die iets bijzonders doen, bijvoorbeeld een erg goede website hebben, voor het voetlicht te brengen en vrijwilligers die zich op een bijzondere manier inzetten te bedanken. Dat inspireert anderen weer. Dit jaar was er voor het eerst de 'Genealogy Tourism award', om het groeiende economische belang van het genealogische toerisme te onderstrepen.
Tijdens de FGS lunch presenteerde voorzitter Josh Taylor de eerste resultaten van een enquete onder de leden, om te zien hoe het er voor staat. Dat is over het algemeen beter dan uit de enquete van 2013 naar voren kwam. 45% meldde een stabiel ledenaantal, terwijl 38% groeide sinds 2013 en 17% minder leden heeft. Voor de ledenwerving worden verschillende methoden gebruikt, digitaal, papier en 'face to face'. Mond op mond reclame blijkt een belangrijke manier om leden te werven. 
De voorzitter gaf aan dat de verenigingen zich vooral kunnen onderscheiden van de commerciele partijen - en hun kracht kunnen putten uit - het bieden van de 'joy of meeting', van ontmoeting. 
De resultaten van de enquete zijn ook interessant voor Nederlandse genealogische verenigingen. Ze komen binnenkort online op de FGS website.  

Opening innovator summit
De meeste tijd bracht ik vandaaag door bij de Innovator Summit, vooral georganiseerd voor mensen die in de genealogische business actief zijn, en dan in het bijzonder bij productontwikkeling. Op de sprekerslijst dan ook veel mensen van Familysearch en daarnaast van de drie belangrijkste commerciele spelers Ancestry, MyHeritage en FindMyPast. In het kader van de Innovator Summit is een Innovator Chalenge voor nieuwe producten voor de genealogische markt, waarvan vrijdag de winnaar bekend gemaakt wordt.
Uit het aanbod pik ik twee presentaties die mij bijzonder aanspraken. 

Exciting times
Het zijn 'exciting times for the family historian' volgens Scott Sorensen van Ancestry bij de opening van het congres. Hij voorziet de komende jaren in het bijzonder ontwikkeling bij draagbare apparaten (mobile devices), in combinatie met GPS. Verder verwacht hij versnelde technologische ontwikkkeling op het gebied van de leesbaarheid van oude handschriften. Hij vergelijkt de ontwikkeling hiervan met die van de spraaktechnologie, die ook een lange weg aflegde, maar nu een goed niveau heeft bereikt. Ten derde zal de combinatie DNA - familiegeschiedenis nog sterker worden. DNA analyse is de afgelopen jaren steeds goedkoper geworden. Het kost nu nog maar duizend dollar om het hele genoom van een mens te analyseren. In dit verband kondigde hij een nieuw product aan van Ancestry, de 'DNA-circles', dat over ongeveer een half jaar beschikbaar komt. Individuen worden op basis van stukjes DNA die zij gemeenschappelijk hebben in een circelvormig netwerk gezet en met elkaar in contact gebracht. De 'oude genealogie' van verwantschap, die bouwt op bewijsvoering aan de hand van papieren bronnen, is helemaal losgelaten. Ancestry ziet het als zijn grootste innovatie na de 'shaky leaves', hints voor meer informatie over personen in je stamboom.
Innovatie wordt lastiger wanneer een onderneming langer bestaat en groot geworden is (1400 werknemers waarvan 400 software ontwikkelaars). 'Act like a start up' is de slogan, als een startende onderneming, in kleine teams. Daarin volgen ze de filosofie van innovatieprofessor Nathan Furr, die vandaag de keynote speaker was.

Mission impossible? Genealogische workspace in software brengen 
Vier gerenommeerde genealogen pleitten in hun gezamenlijke presentatie om het volledige genealogische onderzoeksproces tot zijn recht te laten komen in genealogische software. Nu wordt er direct van bron naar conclusie gesprongen, zonder dat analyse en correlatie van informatie heeft plaats gevonden. De matching die bijvoorbeeld in stambomen bij Ancestry en MyHeritage plaats vindt, leidt tot het zonder verdere analyse koppelen van personen. Dat werkt - zoals een deelnemer ze noemde - ' junktrees' in de hand. Met name de 'workspace' zou tot zijn recht moeten komen. Nadat zoveel mogelijk informatie verzameld is vindt hierin de analyse plaats. Er worden tijdreeksen gemaakt, bronnen en geografische informatie vergeleken en gewogen. Dat zou een plek in de software moeten krijgen. De sessie eindigde met een pleidooi voor nauwere samenwerking tussen de software ontwikkelaars en de professionele genealogie.   

woensdag 11 februari 2015

Rootstech en FGS: dinsdag Librarians' Day


De dag voor het begin van het FGS congres is traditioneel Librarians' Day, een dag voor bibliotheekmedewerkers. In de Verenigde Staten hebben veel openbare bibliotheken een genealogische collectie, boeken en handschriften.

De dag werd gehouden in het Joseph Smith Memorial Building. Voor zo'n honderd deelnemers was ook hier het centrale thema de digitale revolutie en de gevolgen daarvan, in dit geval voor de bibliotheek en de bibliothecaris.

Nu er zoveel op internet beschikbaar komt, zou je verwachten dat het belang van bibliotheken minder wordt. Maar volgens Curt Witcher, manager van de Allen County Public Library, is niets minder waar: 'these truly are the best times for genealogy librarians'. Zijn openingslezing bevatte ingrediënten die in de andere bijdragen van de dag terugkwamen. Het zijn observaties die we in een iets andere institutionele setting ook op ons land toe kunnen passen.

De populariteit van genealogie is groter dan ooit, verdubbeld tussen 2008 en nu, en zal in 2025 opnieuw verdubbeld zijn (volgens een inmiddels veel geciteerd onderzoek in opdracht van Ancestry). De bibliothecaris moet inzien en accepteren dat die belangstelling veel te maken heeft met beleving: fun en succes, en juist daar op inspelen.

Dat betekent iets voor zijn gebouw, de papieren en digitale collectie, en de bibliothecaris zelf. Bij de inrichting van bibliotheken wordt nog teveel gekeken naar de architectuur boven de functionaliteit. Gesloten bibliotheekbalies zijn niet meer van deze tijd, het zijn de 'altaren', 'forten' en 'mottes' waar de bibliothecaris zich in terug trekt en ze houden zo het publiek op afstand. De ruimtes moeten zo ingericht zijn dat ze uitnodigen  tot  'engagement' van verschillende groepen bezoekers.

Wat de collectie betreft moeten de public libraries lokaler gaan denken, de focus op hun eigen plaats of county zetten. De one liner was hier 'collect locally and link globally'. De bibliothecaris moet daarbij kennis hebben van de eigen collectie en van wat - vooral digitaal - elders te vinden is en hoe je je weg hierin vindt. Hij hoeft niet op elke vraag antwoord te hebben, maar moet wel weten waar je de informatie vindt om de vraag te beantwoorden. Erg belangrijk daarbij is de kennis van het digitale genealogisch domein. Witcher gaf daarbij als tip dat de site van Familysearch veel online informatiebladen van goede kwaliteit bevat over tal van onderzoeksvragen. En inmiddels zijn via deze site ook 200.000 gescande genealogische boeken in te zien. Daarna wees hij op het belang van de wereldbibliotheekcatalogus WorldCat van OCLC, waar je in kunt vinden in welke bibliotheek zich een bepaald boek bevindt.

Van de genealogische  bibliothecaris wordt ook een open en pro-actieve attitude verwacht. Hij stapt zelf op de bezoeker af en staat hem ' schouder aan schouder' bij, in plaats van tegenover elkaar te staan. Hij is in die rol 'information navigator'.

Naast een gemoderniseerd 'service model' kwamen ook de kansen ter sprake die bibliotheken hebben op het gebied van 'cultural heritage tourism' (erfgoed toerisme). De 'cultural heritage leisure market' groeit. Met name vijftig plussers, die relatief veel te besteden hebben, raken geïnteresseerd in de cultuur van de streek of plaats waar de familie vandaan kwamen. Touroperators en plaatselijke VVV's spelen hierop in. Zo'n historische tocht voert langs historische plaatsen, laat de toerist kennis maken met typische streekproducten. Ook hier zijn 'beleving' en 'plezier' sleutelwoorden. De lokale bibliotheek kan samenwerking zoeken met de organisatoren van deze reizen en er de dimensie van het voorouderonderzoek aan toevoegen.

Aan het eind van de dag wandelde ik naar het Salt Palace Convention Center, om daar het materiaal voor de volgende congresdagen op te halen, badge, gids, kaartjes, etc. Het was een drukte van belang. Mijn badge bleek dezelfde grappige vergissing te bevatten als de badge van de Librarian's Day: als herkomstplaats stond aangeduid 'Woerden, UT', de afkorting van de Amerikaanse staat Utah. De provincie Utrecht was Utah geworden en het herkomstland ontbrak. Dat heb ik bij de registratiebalie maar even recht laten zetten, al was het maar voor de congresstatistiek.

Morgen gaat het congres in alle hevigheid los, met de Innovators Summit en de eerste dag van de FGS conferentie. Er valt eigenlijk te veel te kiezen.


dinsdag 10 februari 2015

RootsTech en FGS conferentie 2015: maandag

Deze week ben ik in Salt Lake City in verband met twee genealogische congressen: RootsTech en het FGS congres. Het jaarlijkse RootsTech congres (georganiseerd door Familysearch) vindt voor de vijfde keer plaats. Ik was er eerder in 2012 (en deed verslag in dit blog). Toen kwamen 4.200 deelnemers, vorig jaar 13.000 en dit jaar verwacht men er nog meer, vanwege de samenwerking met het congres van de Federation of Genealogical Societies. Twee congressen in een week dus, en op dezelfde locatie, het Salt Palace Convention Center in Salt Lake City.



Mijn agenda ziet er voor deze week als volgt uit:
Maandag: bezoek aan de Family History Library
Dinsdag: Librarians' Day (in kader FGS conferentie)
Woensdag: Innovators Summit
Woensdag: openingsdag FGS (tot en met zaterdag)
Donderdag: openingsdag RootsTech (tot en met zaterdag)

De congresweek biedt de gelegenheid veel mensen te ontmoeten die een rol spelen in het - steeds meer 'global' wordende - genealogische werkveld, bij te praten, nieuwe ontwikkelingen te zien, inspiratie op te doen.


Family History Library
Op de eerste dag stond ondermeer een bezoek aan de Family History Library van Familysearch op het programma. Het is een soort Centraal Bureau voor Genealogie, maar dan een aantal maten groter, met een wereldwijde collectie. Na 2000 en 2012 bezoek ik voor de derde keer de FHL. De digitale genealogische revolutie heeft zichtbaar impact gehad op deze instelling. De computer verdringt ook hier meer en meer papier en microfilm. Consequentie van het grote digitaliseringsprogramma dat Familysearch uitvoert, het digitaliseren van zijn 4,2 miljoen films.

Afdeling B1 van de Family History Library

Sinds 2012 heeft men veel geïnvesteerd in nieuwe computers met grote beeldschermen. De benedenzaal van de FHl is een computerlokaal geworden. Het is er druk. Veel congresgangers zijn eerder gekomen om een een of meer dagen in de FHL door te brengen.
Op afdeling B1, waar ondermeer de bronnen te vinden zijn van het Europese continent, ontmoette ik Baerbel Johnson en Fritz Juengling. De eerste was tot vorig jaar medewerker van de FHL met Nederland als specialisme in haar 'portefeuille', Fritz volgde haar op. Ze vertellen over het nieuwe service model dat vorig jaar is ingevoerd, tegelijk met een reorganisatie waarbij de helft van het personeel afvloeide. Het publiek wordt bijgestaan door zoekspecialisten, voor het zoeken in databases, en bronnenspecialisten, vertrouwd met het werken met bronnen. Dat zijn vooral vrijwilligers, voor een deel Mormoonse missionarissen. In het kader van een reorganisatie is de helft van het personeel ontslagen. Tegelijkertijd zijn vandaag op afdeling B1 20 vrijwilligers actief, uit een pool van 200. De vaste medewerkers werken deels in de backoffice en zijn oproepbaar via een pager (pieper). De inrichting heeft een meer open karakter gekregen. De gesloten balie is verdwenen.
Fritz en Baerbel bevestigen het beeld dat Nederland ten opzichte van de andere West- en Oost-Europese landen een prettig onderzoeksland is. Het is verhoudingsgewijs gemakkelijk zoeken in Nederland omdat zoveel bronnen en indexen online te vinden zijn.

Zo'n congresweek levert ook altijd onverwachte, spontane ontmoetingen op. Dat overkwam me vandaag bijvoorbeeld in de lift van de FHL. Een Engels echtpaar dat de Britse verdieping bezocht was met elkaar in gesprek toen ik op verdieping B1 instapte. 'We kunnen ook hier nog even naar toe', zei de man tegen zijn vrouw. Die hem antwoordde 'maar ik lees geen Nederlands'. Waarop ik reageerde: 'maar ik wel'. Zo raakten we in gesprek over haar grootmoeder Geertje Cornelissen uit Groningen, waar de moeder Grietje van heette. Allemaal niet uit te spreken namen met die ' harde G'. We oefenden een beetje met de uitspraak. Binnenkort komt ze voor het eerst in Nederland voor een familiereünie.

Om wat van die spontane ontmoetingen uit te lokken zal ik deze week een grote WieWasWie button dragen. Een blik van herkenning, of juist een vragende blik, geeft aanleiding om een praatje aan te knopen.

Voor wie op afstand wat mee wil maken van het congres: een aantal sessies is online live te volgen via www.rootstech.org. De openingssessie is live te zien op donderdag, vanaf 16.30 uur Nederlandse tijd. Daarna is de uitzending nog te zien vanuit het 'archief' op de RootsTech site.