dinsdag 6 oktober 2015

67. Deutscher Genealogentag, 2-4 oktober 2015, Gotha


De stad Gotha is de navel van de genealogische wereld, zo betoogde Oberbürgermeister Knut Kreuch in zijn openingstoespraak voor de 67e Deutscher Genealogentag. Voor drie dagen had de burgemeester binnen de grenzen van Duitsland gelijk. De Deutscher Arbeitsgemeinschaft genealogischer Verbände (DAGV) hield er van 2 tot 4 oktober zijn jaarlijkse Deutscher Genealogentag. In dit blog wat indrukken van deze manifestatie.




Gotha adelt
Burgemeester Kreuch, zelf een enthousiast 'Hobbygenealoge' bracht tijdens de openingsavond in rap tempo en op een cabareteske manier een fraai staaltje city marketing. De stad gebruikt ´Gotha adelt´ om zich te verkopen, een slogan waar zij een nationale marketingprijs mee won. Het koppelt het imago van de stad aan de Almanach de Gotha, waarin bijna twee eeuwen lang adellijke geslachten werden opgetekend, en daarnaast aan de adelsgeschiedenis van de stad zelf.
Het oude stadscentrum wordt gedomineerd door slot Friedenstein, het grootste vroeg-barokke kasteelcomplex van Europa. Dit werd gebouwd onder hertog Ernst 'der Fromme' van Saksen-Gotha (1601-1675), ook wel 'de Opa van Europa' genoemd. De stad gaat er prat op dat alle tegenwoordig regerende Europese vorstenhuizen Ernst als voorvader hebben (en vele niet meer regerende). In de stadswinkel 'Gotha adelt' op de markt zijn, op een van de wanden, de afstammingsreeksen van de regerende vorsten, inclusief Willem-Alexander getekend, voorzien van portretten.

Gezicht op Gotha vanaf slot Friedenstein (foto van de auteur)
Gotha ligt in voormalig Oost-Duitsland en heeft na de vereniging van de beide Duitslanden in 1990 een enorme opknapbeurt ondergaan. De grauwe Oost-Duitse stad heeft in vijfentwintig jaar zijn kleur terug gekregen. De renaissance- en barokgevels in de binnenstad zijn met fraaie pastel- en aardetinten beschilderd.


Goed bezochte Genealogentag
De 67e editie van de Deutscher Genealogentag werd goed bezocht. Aan het eind van het weekend telde de organisatie ruim 400 betalende bezoekers. Daarnaast bezochten enkele honderden geïnteresseerden de gratis kramenmarkt in de 'Orangerie', onderdeel van het slotcomplex Friedenstein. De bekende commerciële partijen en verenigingen waren vertegenwoordigd, met zoals gebruikelijk wat meer vertegenwoordigers uit de regio van de congresplaats.  In de Orangerie en op twee lokaties dicht daarbij werden de lezingen gehouden. Nieuw was dat men een 'gastland' had: Zweden. Om hier vorm aan te geven was er een enkele lezing over Zweedse genealogie in het Duits of Engels en een enkele lezing over Duitse genealogie in het Zweeds of Engels, maar een Zweedse stand ontbrak op de kramenmarkt.

De Orangerie (foto van de auteur)

Vijfentwintig jaar Duitse eenheid en de genealogie
De zaterdag van het congres viel samen met de viering van vijfentwintig jaar Duitse eenheid. In Gotha zelf was daar niet veel van te merken, behalve dan dat de winkels gesloten waren. Er waren geen optochten of grote festiviteiten.
Met het wegvallen van de grenzen konden genealogen ongehinderd door Duitsland gaan reizen. Voor de vereniging van de beide Duitslanden kregen Oost-Duitsers slechts toestemming om naar het westen te reizen als ze gepensioneerd waren, zo vertelt Andreas Rösler me bij de stand van de Arbeitsgemeinschaft ostdeutscher Familienforscher. Na de Wiedervereinigung vielen deze belemmeringen weg. En het werd in de loop van de vijfentwintig jaar eenheid ook gemakkelijker om in de voormalige Duitse gebieden in Oost-Europa onderzoek te doen. Dat heeft te maken met het feit dat Duitsland in het eenheidsverdrag van 1990 afstand deed van gebiedsaanspraken buiten de grenzen die toen weren vastgesteld. Men hoefde in Polen niet bang te zijn dat een Duitser, die genealogisch onderzoek kwam doen, uit was op het terugkrijgen van de rechten van zijn voorouders. Rösler ziet de laatste jaren in Oost-Europa zelfs enige belangstelling ontstaan voor de Duitse periode van de lokale en regionale geschiedenis.

Onderweg in Gotha, Trabant van voor de Wiedervereinigung: 'Atme tief, die Luft ist Selten' (foto van de auteur) 

Duitse eenheid en genealogisch versplintering 
Gesprekken met Rösler en andere Duitse genealogen maken wel duidelijk dat er weliswaar Duitse eenheid is, maar dat genealogisch onderzoek nog steeds moeizaam is, door de grote decentralisatie van bronnen. Genealogische basisbronnen liggen bij overheidsarchieven of kerkelijke archieven, lokaal, regionaal, (bundes)landelijk. Een deel van deze basisbronnen is verfilmd, een deel niet en moet nog als origineel worden geraadpleegd. Die originelen worden daarom 'gekoesterd' door de beheerder. Beperkte openingstijden en geringe aantallen leesapparaten leiden tot lange wachttijden. Berucht is het archief in Dresden waar de protestante kerkeboeken voor heel Saksen op microfilm ingezien kunnen worden: er is een handvol apparaten en wachttijden kunnen oplopen tot drie maanden.
Het 'Kirchenpuchportal' Archion, waar Duitse genealogen hun hoop op gevestigd hadden (zie mijn verslag van de 66e Genalogentag in Kassel), lijkt niet goed van de grond te komen, zo hoor ik van de genealogen die het gebruiken. Het platform ging 20 maart 2015 live. Verschillende instellingen die deel zouden nemen haakten af, deels vanwege de kosten, deels om een eigen website te beginnen. Het aanbod aan bronnen is beperkt en de kosten voor de gebruiker zijn hoog. Om een indruk te geven: voor een jaarpas betaalt een amateur-onderzoeker 178,80 euro, een professional 599 euro. Daarbij mopperen genealogen over de gebruiksonvriendelijkheid van de website.
Voor Duitse genealogen die over de grens kijken is het frustrerend om te zien dat in de omringende landen juist steeds meer basisbronnen beschikbaar komen, niet alleen databases, maar ook scans van de originelen.

Oostenrijk digitaliseert in hoog tempo
Ook in Oostenrijk gaan de digitale ontwikkelingen snel. In Oostenrijk werd de door de overheid zelf bijgehouden burgerlijke stand in 1938 ingevoerd, na de Anschluss bij Duitsland. Tot die tijd verzorgde de kerk de officiële registratie van doop, huwelijk en overlijden, hiertoe verplicht in 1784. Deze dtb-registers uit de periode 1784-1938 noemt men de 'Matriken'. Ze zijn openbaar na honderd jaar. De dtb-registers van voor 1784 noemt men 'Altmatriken' of 'Kirchliche Matriken'. Deze basisbronnen komen ondermeer als scans online via matricula-online.eu. Indexen zijn bijvoorbeeld bij GenTeam te vinden. Vertegenwoordigers van beide producten hadden in Gotha een stand.
Beroepsgenealoog Thomas Scheuringer, die ik sprak bij de stand van het Verband deutschsprachiger Berufsgenealogen neemt waar dat de groeiende digitale beschikbaarheid van bronnen de belangstelling voor genealogie mee aanwakkert in Oostenrijk. Hij ziet dit ook bij de belangstelling voor de cursussen die hij geeft en de 'Stammtische' waaraan hij deelneemt, uitwisseling tussen onderzoekers. Wat hem daarbij opvalt is dat de laatste jaren meer jongeren op zijn cursussen komen en met onderzoek bezig zijn. In Oostenrijk is er daarbij een sterke verbinding met de Haus- und Hofgeschichte, en lokale geschiedenis. Hij verklaart dit - zoals vaker gebeurt - als een reactie op de globalisering. Onderzoek draagt bij aan de identiteit, worteling in de geschiedenis van familie en plaats.

Lezing over Die Spur der Ahnen (foto van de auteur)
 
Die Spur der Ahnen
In Duitsland zijn er tenminste twee televisieprogramma's die zich met familiegeschiedenis bezighouden. De Westdeutscher Rundfunk (WDR) heeft Vorfahren gesucht, dat net als het Nederlandse Verborgen verleden de formule van Who Do You Think You Are gebruikt. Daarnaast is er het populaire Die Spur der Ahnen van de Mitteldeutscher Rundfunk (MDR), met als ondertitel 'elke familie heeft een geheim'. Het wordt op prime time uitgezonden.
De makers legden tijdens de Genealogentag de opzet van het programma uit. Er zijn drie lagen in elke aflevering: er is een stukje 'geschiedenis uit het geschiedenisboek', een familiegeschiedenisvraag die gaandeweg de uitzending van 30 minuten wordt beantwoord en een Moderator, de verteller die de twee eerste onderdelen verbindt. Het heeft de vorm van een gedramatiseerde documentaire, met korte sketches waarin delen van het verhaal nagespeeld worden. De serie beperkt zich tot de twintigste eeuw en daarbij moet er voldoende beeldmateriaal voorhanden zijn om het verhaal te kunnen vertellen. Niet verwonderlijk dat veel van de uitzendingen spelen rondom de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Is deze formule van een 'genealogisch Spoorloos' iets voor een van de Nederlandse omroepen? 


Succesvolle aflevering Genealogentag
Al met al was deze Genealogentag een succes, mede dankzij de goede promotie, de mooie lokatie en het prachtige weer. Vergeleken met eerdere jaargangen leek het erop dat er wat meer jongeren waren dan anders: veertigers, dertigers en een enkele twintiger. Dat biedt hoop voor het voortbestaan van dit nuttige 'Genealogentreffen'.



Volgende Deutscher Genealogentag
De Deutscher Genealogentag 2016 wordt georganiseerd door de Interessengemeinschaft Ahnenforscher Ländle (IGAL) en gehouden van 30 september tot 2 oktober 2016 in het Oostenrijkse  Bregenz aan de Bodensee (meer informatie op de website van IGAL).

zaterdag 14 februari 2015

Rootstech en FGS: vrijdag Genealogy Road Show


Keynote speakers vandaag waren Laura Bush, echtgenote van president George Bush junior, en haar dochter Jenna Hagen. De achtduizend stoelen waren allemaal bezet. Laura hield een mooie redevoering over wat familie voor haar betekent, persoonlijk en met humor. Daarna volgde een 'fire side chat' met haar dochter. 'Familie gaat voor alles' was het centrale thema.

De rest van de dag bracht ik in en om de Genealogy Road Show door, de genealogische markt met 170 stands.

FamilySearch
Organisator FamilySearch neemt een groot aantal vierkante meters voor zijn rekening. Ze hebben dan ook veel te vertellen, te laten zien. Ik probeerde twee nieuwe telefoon apps uit, FamilySearch Tree en FamilySearch Memories. Beide zijn gekoppeld aan het online stamboomprogramma van FamilySearch.
Vervolgens probeerde ik het nieuwe indexeerprogramma uit dat eind van dit jaar beschikbaar komt. Je hoeft het programma niet meer te downloaden. Het is volledig webbased. FamilySearch heeft het indexeren van geboorteregisters van Leiden en Amsterdam op de rol staan. Ik probeerde een akte van Leiden uit, de akte van een kind van Vincent Fakkel. De invoer verliep soepel. Zoals te verwachten was ontbreekt een veld voor het voorvoegsel van een familienaam. Dat moet in het achternaamveld ingevoerd worden.

FamilySearch werkt met een enorm aantal vrijwilligers, wereldwijd 312.000. Ze indiceerden in 2014 160 miljoen akten. Daarnaast worden in rap tempo de miljoenen films gedigitaliseerd en staan in 50 landen 300 camera's te scannen. Het is de verwachting dat het nog vier jaar zal duren voor alle microfilms gescand zijn.

Andere nieuwe ontwikkelingen die werden gepresenteerd waren 'Record Hints'  en 'Family Attach' . Net als andere grote aanbieders van online stamboomprogramma's heeft Family Tree van FamilySearch nu ook de mogelijkheid om suggesties te geven voor bronnen die bij een bepaalde persoon in een stamboom zouden kunnen horen. Het is aan de gebruiker om te bepalen of er inderdaad een match is. Hij kan vervolgens via 'Attach' ook andere personen in de akte (bijvoorbeeld de ouders in een geboorteakte) toevoegen aan een stamboom. Ook hierbij is voorzichtigheid geboden.      

Museum of Me
In de expohal stonden ook verschillende elementen van het Museum of Me opgesteld, het Family History Discovery Center waarover ik gisteren berichtte.
De meeste activiteiten moeten gecombineerd worden met een stamboom op de FamilySearch website, met personen in die stamboom. Op basis van je stamboom in FamilySearch krijg je een beeld van de spreiding van je voornaam en familienaam (in de VS) en het migratiepatroon vn je voorouders. Daaarnaast waren er cabines waarin je een familielid kon bellen om een verhaal op te nemen, of een videointerview met jezelf af te nemen. Er was de mogelijkheid een digitale selfie in historisch kostuum te maken, met je hoofd in een oude foto gemonteerd. Met  de verschillende onderdelen werd ruim geexperimenteerd door de bezoekers. Alleen bij de cabines was het wat rustig.

Enkele highlights van de Genealogy Road Show  
Veel stands hadden iets met software, computers, of andere hardware (bijvoorbeeld handscanners) of databases te maken. 'Papier' is van ondergeschikt belang geworden: er waren enkele producenten van familieboeken, enkele uitgevers van educatieve boeken, maar opvallend genoeg geen genealogische tijdschriften. Een enkele vereniging had een stand, waaronder die van de New England Historic Genealogical Society het meest in het oog sprong. Die vereniging timmert goed aan de weg, zowel met zijn uitgaven als met de website American Ancestors.
    
Enkele opvallende exposanten:

Mindmaps for Genealogy (www.RonArons.com) software die het principe van mindmapping toepast om genealogische informatie te rangschikken en analyseren. Een van de voorbeelden van software ter ondersteuning van genealogisch onderzoek.

Elijahtree (www.elijahtree.org). Een van de voorbeelden van stands me ' handcraft'  gerelateerd aan genealogisch onderzoek. Prachtig gecalligrafeerde stambomen, waarbij de geschreven namen de lijnen van de contouren van de boom vormen.

Family.Me, een van de nieuwe online stamboomprogramma's (www.family.me). Ontwikkelaar Harrison Tang werkte twee jaar aan het programma. Het is een sociaal netwerk programma voor de familie, een soort Facebook voor de genealogie (met een  koppeling naar sociale media, waaronder Facebook).

History lines (www.historylines.com). Verhalen vertellen en vastleggen komt regelmatig terug in de producten op de beurs. Dit is het programma van een van de semifinalisten van de wedstrijd voor ontwikkelaars. Nadat je de levensfeiten van een voorouder hebt ingevoerd krijg je informatie over historische feiten die tijdens zijn/haar leven optraden, een stukje historische context, die je kunt gebruiken om een levensverhaal te schrijven. In de betaversie zijn het nog wereldfeiten en landelijke gebeurtenissen (in de VS). Als het programma aanslaat willen de ontwikkelaars de achergrondinformatie verder uitbouwen, ot op het lokale niveau.  

Morgenochtend ga ik nog naar de laatste keynote, volg nog een enkele lezing, neem afscheid van de bekenden en ga dan weer op weg naar huis, met een tas vol informatie en een hoofd vol indrukken. Een week die veel inspiratie heeft opgeleverd.


vrijdag 13 februari 2015

Rootstech en FGS: donderdag opening Rootstech


Duizenden stoeltjes stonden vanmorgen klaar voor de opening van Rootstech. Om half negen was elke plaats bezet en ging het los. Als gebruikelijk was de hal weer voorzien van grote schermen, het podium perfect uitgelicht, er was een enthousiaste speaker, kortom een mooie show, gecombineerd met veel inhoud, goede keynote speakers.

Partnerships laten duizend bloemen bloeien
Dennis Brimhall, managing director van Familysearch, kondigde nieuwe recordcijfers aan: 22.000 geregegistreerde deelnemers en 170 stands in de Genealogy Road Show. Hij bedankte de partners waarmee Familysearch samenwerkt om bronnen online beschikbaar te krijgen, door scannen en indexeren. Met Ancestry doen ze bijvoorbeeld een Mexico project. Met het groeiende aantal Mexicanen in 'diaspora' neemt ook de belangstelling voor Mexicaanse roots en bronnen toe. De Mormonen microfilmden in de jaren vijftig van de vorige eeuw 80 miljoen akten van de burgerlijke stand van Mexico. Ze komen dit jaar online. Familysearch deed het scanwerk, Ancestry het indexeren.

Partnerschap is een sleutelwoord bij de verdere groei van online beschikbare bronnen. Familysearch en de commerciële partijen werken hierbij in verschillende combinaties samen, ook met de instellingen waar de originele bronnen liggen. Ook in Nederland krijgen we hiermee te maken. Zo is het Erfgoed Leiden in gesprek met Familysearch en een van de commerciële wereldspelers om het negentiende-eeuwse notariële archief online te brengen. Andere Nederlandse archieven zijn geïnteresseerd in het samenwerkingsmodel en zullen volgen. Het is te verwachten dat ook andere commerciële spelers de Nederlandse genealogische markt zullen betreden. Zo krijgen archieven de gelegenheid materiaal online te brengen waar ze zelf niet de middelen voor hebben. De bronnen zullen naar verwachting niet direct bij de archiefdiensten online beschikbaar komen, de commerciële partners moeten hun investering er eerst uithalen. Maar op termijn kan de genealoog de bronnen op de website van het betreffende archief terug vinden. Een mooie win-win situatie.

Family Discovery Center
Brimhall vertelde ook over het nieuwe concept van het Family Discovery Center. Het eerste werd gisteren geopend in de Joseph Smith Memorial Building. Met een iPad in de hand loop je door dit 'Museum of Me' en kan je verschillende activiteiten doen die jouw persoonlijke geschiedenis visualiseren, zoals een video opname met een aantal standaardvragen, historische informatie gecombineerd met je tijdlijn bekijken, een wereldkaart gecombineerd met je kwartierstaat (die dan wel in het stamboomprogramma van Familysearch moet zitten), een selfie maken die geprojecteerd wordt in de klederdracht van het land van herkomst enzovoort. Het concept wordt nu verder uitgerold. Er bestaan concrete plannen voor Philadelphia, Seattle en Londen.

Tan Le
Elke keynote speaker had wel een persoonlijke noot, een stukje van de eigen familiegeschiedenis in zijn presentatie. Onderneemster Tan Le, CEO van Emotiv (apparaten om hersenactiviteit te meten) vertelde het indringende verhaal van haar vlucht per boot uit Vietnam, met haar oma, moeder en zus. Vader bleef achter en zat tien jaar in de Vietnamese gevangenis. De drie generaties vrouwen moesten onder moeilijke omstandigheden hun leven oppakken in een vluchtelingenkamp in Australië. Het weten waar zij vandaan komt en wat anderen voor haar opgeofferd hebben is een enorme drive om succesvol te zijn.

Genealogy Road Show
Na de openingssessie maakte ik een eerste rondje over de Genealogy Road Show en kwam daar een aantal Europese bekenden tegen. Het Belgische Histoires de Familles heeft er een stand (onderzoek in Benelux) net als het Duitse Pro-Heraldika met zijn Amerikaanse dochteronderneming. Het Franse Geneanet is ook vertegenwoordigd (volgend jaar misschien met een stand) en vanuit Nederland waren er Cor de Graaf en Walter Hasselo van Erfgoed Leiden. Cor en Walter hadden een primeur, als eerste Nederlanders met een presentatie op Rootstech: 'Genealogists 3.0: Adding Emotion to Your Research', over de grotere variatie aan bronnen die online komt en die je kunt combineren met je familiegeschiedenis (naast papieren bronnen bijvoorbeeld ook archeologische en museumobjecten).

Een interessante nieuwkomer waar ik mee in gesprek raakte is RootsBid. Dit bedrijf biedt een online markt waar je genealogisch onderzoek koopt. Je formuleert je onderzoeksvraag, zet hem online en onderzoekers kunnen er op bieden. Als je een bepaald bod accepteert betaalt de bieder tien procent van het bedrag voor de bemiddeling aan  RootsBid (RootsBid.com). Ben benieuwd of dit concept gaat werken.

Morgen een volgende ronde over de genealogische markt.


donderdag 12 februari 2015

Rootstech en FGS: woensdag, opening FGS en Innovator Summit


Vandaag was de openingsdag van het congres van de Federation of Genealogical Societies en de eerste en belangrijkste dag van de Innovator Summit.

DeJong's Tours
De ochtend begon met een leuke ontmoeting in mijn hotel. Je komt Nederlanders en hun afstammelingen over de hele wereld tegen. Dat werd vanmorgen maar weer eens bevestigd toen ik mijn hotelkamer uitstapte. De gang stond vol met koffers met het label 'DeJong's Tours'. Een Nederlands reisbureau? In de ontbijtruimte zat een grote groep ouderen, allemaal met een badge met dezelfde naam erop. Ik schoof met het dienblad met mijn ontbijt aan tafel bij een van de groepjes en raakte al snel in gesprek met de reisleider: Jay DeJong. Hij vertrok in 1974 uit de omgeving van Franeker naar Canada, had daar een imkerij die hij inmiddels overdeed aan zijn zoon en organiseert nu busreizen met zijn eigen bus. Hij werd geboren als 'Tjerk', een naam die hij in Canada snel inwisselde voor Jay omdat hij voor Canadezen niet uit te spreken was tot verkeerde associaties leidde. Met zijn reisgroep was hij onderweg naar Texas.

Federation of Genealogical Societies (FGS)
De dag begon met de openingssessie van de FGS, bezocht door zo'n vijfhonderd deelnemers, de meesten afgevaardigden van de leden. De FGS is een vereniging van vooral verenigingen, maar ook archieven en bibliotheken zijn lid, en telt ruim zeshonderd leden. Belangrijkste onderdeel van de opening waren de 'awards', voor verenigingen en personen die zich onderscheiden, die zich verdienstelijk gemaakt hebben. Het is een manier om verenigingen die iets bijzonders doen, bijvoorbeeld een erg goede website hebben, voor het voetlicht te brengen en vrijwilligers die zich op een bijzondere manier inzetten te bedanken. Dat inspireert anderen weer. Dit jaar was er voor het eerst de 'Genealogy Tourism award', om het groeiende economische belang van het genealogische toerisme te onderstrepen.
Tijdens de FGS lunch presenteerde voorzitter Josh Taylor de eerste resultaten van een enquete onder de leden, om te zien hoe het er voor staat. Dat is over het algemeen beter dan uit de enquete van 2013 naar voren kwam. 45% meldde een stabiel ledenaantal, terwijl 38% groeide sinds 2013 en 17% minder leden heeft. Voor de ledenwerving worden verschillende methoden gebruikt, digitaal, papier en 'face to face'. Mond op mond reclame blijkt een belangrijke manier om leden te werven. 
De voorzitter gaf aan dat de verenigingen zich vooral kunnen onderscheiden van de commerciele partijen - en hun kracht kunnen putten uit - het bieden van de 'joy of meeting', van ontmoeting. 
De resultaten van de enquete zijn ook interessant voor Nederlandse genealogische verenigingen. Ze komen binnenkort online op de FGS website.  

Opening innovator summit
De meeste tijd bracht ik vandaaag door bij de Innovator Summit, vooral georganiseerd voor mensen die in de genealogische business actief zijn, en dan in het bijzonder bij productontwikkeling. Op de sprekerslijst dan ook veel mensen van Familysearch en daarnaast van de drie belangrijkste commerciele spelers Ancestry, MyHeritage en FindMyPast. In het kader van de Innovator Summit is een Innovator Chalenge voor nieuwe producten voor de genealogische markt, waarvan vrijdag de winnaar bekend gemaakt wordt.
Uit het aanbod pik ik twee presentaties die mij bijzonder aanspraken. 

Exciting times
Het zijn 'exciting times for the family historian' volgens Scott Sorensen van Ancestry bij de opening van het congres. Hij voorziet de komende jaren in het bijzonder ontwikkeling bij draagbare apparaten (mobile devices), in combinatie met GPS. Verder verwacht hij versnelde technologische ontwikkkeling op het gebied van de leesbaarheid van oude handschriften. Hij vergelijkt de ontwikkeling hiervan met die van de spraaktechnologie, die ook een lange weg aflegde, maar nu een goed niveau heeft bereikt. Ten derde zal de combinatie DNA - familiegeschiedenis nog sterker worden. DNA analyse is de afgelopen jaren steeds goedkoper geworden. Het kost nu nog maar duizend dollar om het hele genoom van een mens te analyseren. In dit verband kondigde hij een nieuw product aan van Ancestry, de 'DNA-circles', dat over ongeveer een half jaar beschikbaar komt. Individuen worden op basis van stukjes DNA die zij gemeenschappelijk hebben in een circelvormig netwerk gezet en met elkaar in contact gebracht. De 'oude genealogie' van verwantschap, die bouwt op bewijsvoering aan de hand van papieren bronnen, is helemaal losgelaten. Ancestry ziet het als zijn grootste innovatie na de 'shaky leaves', hints voor meer informatie over personen in je stamboom.
Innovatie wordt lastiger wanneer een onderneming langer bestaat en groot geworden is (1400 werknemers waarvan 400 software ontwikkelaars). 'Act like a start up' is de slogan, als een startende onderneming, in kleine teams. Daarin volgen ze de filosofie van innovatieprofessor Nathan Furr, die vandaag de keynote speaker was.

Mission impossible? Genealogische workspace in software brengen 
Vier gerenommeerde genealogen pleitten in hun gezamenlijke presentatie om het volledige genealogische onderzoeksproces tot zijn recht te laten komen in genealogische software. Nu wordt er direct van bron naar conclusie gesprongen, zonder dat analyse en correlatie van informatie heeft plaats gevonden. De matching die bijvoorbeeld in stambomen bij Ancestry en MyHeritage plaats vindt, leidt tot het zonder verdere analyse koppelen van personen. Dat werkt - zoals een deelnemer ze noemde - ' junktrees' in de hand. Met name de 'workspace' zou tot zijn recht moeten komen. Nadat zoveel mogelijk informatie verzameld is vindt hierin de analyse plaats. Er worden tijdreeksen gemaakt, bronnen en geografische informatie vergeleken en gewogen. Dat zou een plek in de software moeten krijgen. De sessie eindigde met een pleidooi voor nauwere samenwerking tussen de software ontwikkelaars en de professionele genealogie.   

woensdag 11 februari 2015

Rootstech en FGS: dinsdag Librarians' Day


De dag voor het begin van het FGS congres is traditioneel Librarians' Day, een dag voor bibliotheekmedewerkers. In de Verenigde Staten hebben veel openbare bibliotheken een genealogische collectie, boeken en handschriften.

De dag werd gehouden in het Joseph Smith Memorial Building. Voor zo'n honderd deelnemers was ook hier het centrale thema de digitale revolutie en de gevolgen daarvan, in dit geval voor de bibliotheek en de bibliothecaris.

Nu er zoveel op internet beschikbaar komt, zou je verwachten dat het belang van bibliotheken minder wordt. Maar volgens Curt Witcher, manager van de Allen County Public Library, is niets minder waar: 'these truly are the best times for genealogy librarians'. Zijn openingslezing bevatte ingrediënten die in de andere bijdragen van de dag terugkwamen. Het zijn observaties die we in een iets andere institutionele setting ook op ons land toe kunnen passen.

De populariteit van genealogie is groter dan ooit, verdubbeld tussen 2008 en nu, en zal in 2025 opnieuw verdubbeld zijn (volgens een inmiddels veel geciteerd onderzoek in opdracht van Ancestry). De bibliothecaris moet inzien en accepteren dat die belangstelling veel te maken heeft met beleving: fun en succes, en juist daar op inspelen.

Dat betekent iets voor zijn gebouw, de papieren en digitale collectie, en de bibliothecaris zelf. Bij de inrichting van bibliotheken wordt nog teveel gekeken naar de architectuur boven de functionaliteit. Gesloten bibliotheekbalies zijn niet meer van deze tijd, het zijn de 'altaren', 'forten' en 'mottes' waar de bibliothecaris zich in terug trekt en ze houden zo het publiek op afstand. De ruimtes moeten zo ingericht zijn dat ze uitnodigen  tot  'engagement' van verschillende groepen bezoekers.

Wat de collectie betreft moeten de public libraries lokaler gaan denken, de focus op hun eigen plaats of county zetten. De one liner was hier 'collect locally and link globally'. De bibliothecaris moet daarbij kennis hebben van de eigen collectie en van wat - vooral digitaal - elders te vinden is en hoe je je weg hierin vindt. Hij hoeft niet op elke vraag antwoord te hebben, maar moet wel weten waar je de informatie vindt om de vraag te beantwoorden. Erg belangrijk daarbij is de kennis van het digitale genealogisch domein. Witcher gaf daarbij als tip dat de site van Familysearch veel online informatiebladen van goede kwaliteit bevat over tal van onderzoeksvragen. En inmiddels zijn via deze site ook 200.000 gescande genealogische boeken in te zien. Daarna wees hij op het belang van de wereldbibliotheekcatalogus WorldCat van OCLC, waar je in kunt vinden in welke bibliotheek zich een bepaald boek bevindt.

Van de genealogische  bibliothecaris wordt ook een open en pro-actieve attitude verwacht. Hij stapt zelf op de bezoeker af en staat hem ' schouder aan schouder' bij, in plaats van tegenover elkaar te staan. Hij is in die rol 'information navigator'.

Naast een gemoderniseerd 'service model' kwamen ook de kansen ter sprake die bibliotheken hebben op het gebied van 'cultural heritage tourism' (erfgoed toerisme). De 'cultural heritage leisure market' groeit. Met name vijftig plussers, die relatief veel te besteden hebben, raken geïnteresseerd in de cultuur van de streek of plaats waar de familie vandaan kwamen. Touroperators en plaatselijke VVV's spelen hierop in. Zo'n historische tocht voert langs historische plaatsen, laat de toerist kennis maken met typische streekproducten. Ook hier zijn 'beleving' en 'plezier' sleutelwoorden. De lokale bibliotheek kan samenwerking zoeken met de organisatoren van deze reizen en er de dimensie van het voorouderonderzoek aan toevoegen.

Aan het eind van de dag wandelde ik naar het Salt Palace Convention Center, om daar het materiaal voor de volgende congresdagen op te halen, badge, gids, kaartjes, etc. Het was een drukte van belang. Mijn badge bleek dezelfde grappige vergissing te bevatten als de badge van de Librarian's Day: als herkomstplaats stond aangeduid 'Woerden, UT', de afkorting van de Amerikaanse staat Utah. De provincie Utrecht was Utah geworden en het herkomstland ontbrak. Dat heb ik bij de registratiebalie maar even recht laten zetten, al was het maar voor de congresstatistiek.

Morgen gaat het congres in alle hevigheid los, met de Innovators Summit en de eerste dag van de FGS conferentie. Er valt eigenlijk te veel te kiezen.


dinsdag 10 februari 2015

RootsTech en FGS conferentie 2015: maandag

Deze week ben ik in Salt Lake City in verband met twee genealogische congressen: RootsTech en het FGS congres. Het jaarlijkse RootsTech congres (georganiseerd door Familysearch) vindt voor de vijfde keer plaats. Ik was er eerder in 2012 (en deed verslag in dit blog). Toen kwamen 4.200 deelnemers, vorig jaar 13.000 en dit jaar verwacht men er nog meer, vanwege de samenwerking met het congres van de Federation of Genealogical Societies. Twee congressen in een week dus, en op dezelfde locatie, het Salt Palace Convention Center in Salt Lake City.



Mijn agenda ziet er voor deze week als volgt uit:
Maandag: bezoek aan de Family History Library
Dinsdag: Librarians' Day (in kader FGS conferentie)
Woensdag: Innovators Summit
Woensdag: openingsdag FGS (tot en met zaterdag)
Donderdag: openingsdag RootsTech (tot en met zaterdag)

De congresweek biedt de gelegenheid veel mensen te ontmoeten die een rol spelen in het - steeds meer 'global' wordende - genealogische werkveld, bij te praten, nieuwe ontwikkelingen te zien, inspiratie op te doen.


Family History Library
Op de eerste dag stond ondermeer een bezoek aan de Family History Library van Familysearch op het programma. Het is een soort Centraal Bureau voor Genealogie, maar dan een aantal maten groter, met een wereldwijde collectie. Na 2000 en 2012 bezoek ik voor de derde keer de FHL. De digitale genealogische revolutie heeft zichtbaar impact gehad op deze instelling. De computer verdringt ook hier meer en meer papier en microfilm. Consequentie van het grote digitaliseringsprogramma dat Familysearch uitvoert, het digitaliseren van zijn 4,2 miljoen films.

Afdeling B1 van de Family History Library

Sinds 2012 heeft men veel geïnvesteerd in nieuwe computers met grote beeldschermen. De benedenzaal van de FHl is een computerlokaal geworden. Het is er druk. Veel congresgangers zijn eerder gekomen om een een of meer dagen in de FHL door te brengen.
Op afdeling B1, waar ondermeer de bronnen te vinden zijn van het Europese continent, ontmoette ik Baerbel Johnson en Fritz Juengling. De eerste was tot vorig jaar medewerker van de FHL met Nederland als specialisme in haar 'portefeuille', Fritz volgde haar op. Ze vertellen over het nieuwe service model dat vorig jaar is ingevoerd, tegelijk met een reorganisatie waarbij de helft van het personeel afvloeide. Het publiek wordt bijgestaan door zoekspecialisten, voor het zoeken in databases, en bronnenspecialisten, vertrouwd met het werken met bronnen. Dat zijn vooral vrijwilligers, voor een deel Mormoonse missionarissen. In het kader van een reorganisatie is de helft van het personeel ontslagen. Tegelijkertijd zijn vandaag op afdeling B1 20 vrijwilligers actief, uit een pool van 200. De vaste medewerkers werken deels in de backoffice en zijn oproepbaar via een pager (pieper). De inrichting heeft een meer open karakter gekregen. De gesloten balie is verdwenen.
Fritz en Baerbel bevestigen het beeld dat Nederland ten opzichte van de andere West- en Oost-Europese landen een prettig onderzoeksland is. Het is verhoudingsgewijs gemakkelijk zoeken in Nederland omdat zoveel bronnen en indexen online te vinden zijn.

Zo'n congresweek levert ook altijd onverwachte, spontane ontmoetingen op. Dat overkwam me vandaag bijvoorbeeld in de lift van de FHL. Een Engels echtpaar dat de Britse verdieping bezocht was met elkaar in gesprek toen ik op verdieping B1 instapte. 'We kunnen ook hier nog even naar toe', zei de man tegen zijn vrouw. Die hem antwoordde 'maar ik lees geen Nederlands'. Waarop ik reageerde: 'maar ik wel'. Zo raakten we in gesprek over haar grootmoeder Geertje Cornelissen uit Groningen, waar de moeder Grietje van heette. Allemaal niet uit te spreken namen met die ' harde G'. We oefenden een beetje met de uitspraak. Binnenkort komt ze voor het eerst in Nederland voor een familiereünie.

Om wat van die spontane ontmoetingen uit te lokken zal ik deze week een grote WieWasWie button dragen. Een blik van herkenning, of juist een vragende blik, geeft aanleiding om een praatje aan te knopen.

Voor wie op afstand wat mee wil maken van het congres: een aantal sessies is online live te volgen via www.rootstech.org. De openingssessie is live te zien op donderdag, vanaf 16.30 uur Nederlandse tijd. Daarna is de uitzending nog te zien vanuit het 'archief' op de RootsTech site.