Congresvlaggen voor het Rathaus in Stuttgart
Pro Heraldica
Woensdagavond ging een bus vol congresgangers mee met een uitstapje naar het bureau van het organiserende Pro Heraldica. Dit bedrijf bestaat nu bijna veertig jaar, is mede opgericht door de bekende heraldicus Ottfried Neubecker, heeft 34 medewerkers op de loonlijst staan en een groot netwerk van onderzoekers die in opdracht werken. Ze zijn ruim gehuisvest op een bedrijventerrein aan de rand van Stuttgart en hebben een omvangrijke bibliotheek, genealogische en heraldische handschriften en een omvangrijke collectie lakafdrukken.
Wetenschappelijk directeur Rolf Sutter geeft uitleg over de bedrijfsfilosofie. Pro Heraldica richt zich op mensen die geen tijd hebben zelf met de familiegeschiedenis aan de slag te gaan maar wel de middelen hebben om onderzoek te laten doen. We krijgen wat voorbeelden van hun werk te zien. De uitvoering krijgt erg veel aandacht. Ziet er allemaal chique uit. Mooie rapporten, stambomen voor aan de wand. Pro Heraldica richt zich duidelijk op de bovenkant van de markt. Die moet in Duitsland omvangrijk zijn, om zo’n bedrijf in stand te kunnen houden.
Ik blader door een genealogie in twee grote rode leren banden, gedrukt op zwaar papier en in kleur. De familiegeschiedenis wordt verteld in een lopend verhaal met illustraties, aan de hand van de gevonden genealogische en biografische informatie en geplaatst in het kader van de grotere geschiedenis. De tweede band bevat afbeeldingen van documenten die de basis van het verhaal vormen.
De andere kurk waarop Pro Heraldica drijft is de heraldiek. Ook die is volop aanwezig in de kantoren, met voorbeelden van allerlei objecten waarop je een wapen kunt laten aanbrengen, van lakstempel tot servies. Pro Heraldica zorgt voor de hele cyclus, van ontwerp tot registratie. Publicatie vindt met stamreeks plaats in de Allgemeine Deutsche Wappenrolle.
Donderdag: lezingendag
Donderdagmorgen zit ik als voorzitter bij een van de sessies. Daardoor mis ik twee Nederlandse bijdragen aan het congres, die in de parallelsessie zitten. Een lezing van Hans de Boo (die wordt voorgelezen omdat hij er zelf niet bij kan zijn) over Nederland als waterland in de heraldiek, en een lezing van Jan Anema over Friese heraldiek in de Late Middeleeuwen. Alle lezingen worden in de congresbundel gepubliceerd. Ik kan ze dus alsnog nalezen.
´s Middags laat Hugh Pesket, uitgever van Burke´s Peerage, aan de hand van een onderzoek naar de voorouders van Ronald Reagan zien, dat je alle mogelijke lijntjes moet volgen bij vastlopend genealogisch onderzoek. De overgrootvader van de president kwam volgens de Amerikaanse volkstellingregisters uit Ierland, zonder dat de plaats van herkomst werd genoemd. Dat betekende zoeken naar een speld in een hooiberg. Bij nadere beschouwing van de ‘census records’ bleken enkele kinderen in Engeland geboren. Hugh vond ze in Londen, met hun ouders, terug in de Engelse volkstellingregisters . De opnemers van de Engelse volkstelling hoefden bij Ieren in principe alleen het herkomstland te vermelden, maar in dit geval was ook de county gegeven: Tipperary. Nu was in Ierse kerkenboeken de doop van de overgrootvader snel gevonden. Ook de in de VS bij overgrootvader inwonende broers kwamen uit deze bron tevoorschijn. Daarmee was er via gezinsreconstructie een ondersteunend bewijs voor de juistheid van de filiatie.
Vrijdag: lezingen en afsluiting
De laatste congresdag merk je meestal een zekere ‘vermoeidheid’ bij de deelnemers. De lezingen worden wat minder druk bezocht, er worden tussendoor wat souvenirs gekocht of een museum bezocht. Op een volle lezingendag kan je tussen 9.00 en 17.15 acht lezingen volgen. Veel congresgangers laten er de laatste dag een paar vallen.
Zo’n congres is niet alleen ‘de lezingen’. Dan zou je kunnen volstaat met het lezen van de congresbundel. Ze vormen wel het fundament. Daarnaast is het ontmoeten belangrijk. Bijpraten met bekenden en nieuwe contacten opdoen. Uitwisselen over ontwikkelingen in de verschillende landen. Dat gebeurt op alle mogelijke momenten buiten de lezingen, tijdens de pauzes in de wandelgangen, tijdens de lunch en ’s avonds.
Ik volg nog een paar lezingen, onder andere over middeleeuwse namen, het wapen van de eerste Zweeds Bernadotte koning (Franse militair, van niet adellijke komaf, door Napoleon prins van Ponte Corvo gemaakt, waarvan het Zweedse koningshuis nog steeds het wapen voert), over Zuid-Duitse heraldische handschriften uit het eind van de Middeleeuwen (interessante systematische analyse), wapens op Gothische altaarstukken in Catalonië. De allerlaatste lezing van het congres is van Dirk Weisleder, voorzitter van de Duitse bond van familieverenigingen. Hij houdt een gedreven betoog over het koesteren van familieoverlevering, het houden van familiedagen, het doorvertellen. Hij propageert een elfde gebod: ‘Gij zult herinneren’. Had veel weg van een politieke redevoering.
Stuttgart 2010 was een in meerdere opzichten geslaagd congres. Heb weer het een en ander geleerd en leuke contacten gelegd en wat tips gekregen voor mijn rouwborden onderzoek. Pro Heraldica had het prima georganiseerd. Ze zijn graag bereid hun draaiboek en ander materiaal te delen. Daar kunnen we van profiteren.
Op naar Maastricht 2012.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten